løftet

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • løf·tet

Werkwoord

løftet

  1. voltooid deelwoord van løfte

Zelfstandig naamwoord

løftet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van løft

Zelfstandig naamwoord

løftet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van løfte


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • løf·tet
Naar frequentie 4062

Werkwoord

løftet

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van løfte
Schrijfwijzen

løfta

Werkwoord

løftet

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van løfte
Schrijfwijzen

løfta

Werkwoord

løftet

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van løfte
Schrijfwijzen

løfta

Zelfstandig naamwoord

løftet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van løft

Zelfstandig naamwoord

løftet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van løfte


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • løf·tet

Zelfstandig naamwoord

løftet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van løft