l'avoir dans le cul

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

l'avoir dans le cul

  1. (spreektaal) pech hebben
    «On l’a toujours dans le cul quand on veut rentrer en boîte sans nana, on se fait refouler!»
    We hebben altijd pech als we de disco in willen zonder vriendin, dan mogen we niet binnen! [1]
  2. (spreektaal) zich laten afzetten, de klos zijn
    «On l’a eu dans le cul avec le vin coupé de Jojo.»
    We zijn mooi afgezet met die versneden wijn van Jojo. [1]

Verwijzingen