kwalsteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwalsteren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkwɑlstərə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kwal·ste·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwalsteren |
kwalsterde |
gekwalsterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kwalsteren
- zich ontdoen van een overmaat aan speeksel
- Als ze zo een tijdje verkeerden, begon Odile te kwalsteren. Ze was eerst wat ziek. Och, geen erg. Een verkoudheid of zo, want ze was wat zwaar van hoofd en ze werd wat hees. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kwalsteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwalsteren" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Vercammen, J."De Krol" in: De Tijdstroom. jrg. 2 nr. 12 (september 1932) Excelsior, St. Andries-bij-Brugge; p. 532; geraadpleegd 2019-10-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 20 %
- Prevalentie Vlaanderen 8 %