kwalmen
Uiterlijk
- kwal·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwalmen |
kwalmde |
gekwalmd |
zwak -d | volledig |
kwalmen
- inergatief een dikke rook afgeven
- Er werd bij ons thuis flink gekwalmd toen ik een kind was.
- Het woord 'kwalmen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.