kwalificeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·li·fi·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
kwalificeren

kwalificeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van kwalificeren
    • Ik kwalificeerde. 
    • Jij kwalificeerde. 
    • Hij, zij, het kwalificeerde.