kwakkelwinter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwak·kel·win·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwakkelwinter kwakkelwinters
verkleinwoord kwakkelwintertje kwakkelwintertjes

Zelfstandig naamwoord

kwakkelwinter m [1]

  1. (meteorologie) een periode waarin het afwisselend dooit en vriest
    • Voor wie lichtelijk depressief is door deze kwakkelwinter en snakt naar langere dagen met meer zon en minder regen. [2] 
    • De skigebieden in de Alpen zijn volop sneeuwkanonnen aan het installeren. Ze willen de skiërs sneeuw kunnen garanderen voor de komende winter. Dat konden ze niet meer na de kwakkelwinters van de afgelopen jaren. De installatie van de sneeuwkanonnen zorgt er voor dat de prijs van de skipassen omhoog gaan. Ze zullen komende winter 5 tot 10 euro meer kosten.[3]  
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Angela de Jong 11-01-2017
  3. De Standaard 21/08/2014