kwaadsprekerij
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwaadsprekerij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkwatsprekəˌrɛi / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- kwaad·spre·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van kwaadspreker zn met het achtervoegsel -ij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwaadsprekerij | kwaadsprekerijen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kwaadsprekerij v
- bewuste verspreiding van negatieve verhalen over iets of iemand
- ▸ Na de scheiding werd hij naar eigen zeggen door de autoriteiten bestempeld als politiek onbetrouwbaar. Kwaadsprekerij over het systeem waarin hij opgroeide en een ster werd, was hem desondanks vreemd.[2]
- ▸ De verhalen dat de financiële voorspoed van Johannes en zijn familie niet alleen met eerlijk verdiend geld zou zijn bereikt, doet zijn familie af als kwaadsprekerij.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kwaadsprekerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Ward op den Brouw“Zwemkampioen spotte met zwaartekracht: hij lag óp het water” (25 december 2019) op nrc.nl - ↑
Weblink bron
Jan Meeus“Hoe de cokemaffia infiltreerde in vissersdorp Urk” (24 november 2017) op nrc.nl