kunstkoe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] kunstkoe
Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·koe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstkoe kunstkoeien
verkleinwoord kunstkoetje kunstkoetjes

Zelfstandig naamwoord

de kunstkoev

  1. een beeld van een koe als kunstwerk
    • Een kunstkoe op de Veemarkt, een beeld van de laatste Berkelschipper in de Berkel voor het gemeentehuis en een gestyleerde berkelzomp in de vorm van een bankje aan de Berkel nabij Het Eiland. De Stichting voor Cultuur, Sport en Spel Borculo zou ze graag zien verrijzen. Maar voorlopig stuit ze op een 'njet!' van de Kunstcommissie. [1] 
  2. model van een koe als gebruiksvoorwerp
    • "De ledenraad van FrieslandCampina heeft 1.500 euro ingezameld", vertelt Rinus Bos terwijl hij zaterdagmiddag een kunstkoe, model Holstein-Friesian, de drukke Oude Markt over stuurt. "Met de verkoop van warme chocolademelk proberen we daar zo veel mogelijk bovenop te krijgen. Kinderen kunnen ondertussen op de koe zitten." [2] 

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen