kunsthal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kunst·hal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kunst en hal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunsthal | kunsthallen |
verkleinwoord | kunsthalletje | kunsthalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- een expositieruimte zonder eigen collectie maar wel met medewerkers die de tentoonstellingen organiseren.
- De kunsthal in Rotterdam is geen museum want ze heeft geen eigen collectie.
Gangbaarheid
- Het woord kunsthal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kunsthal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be