kunstenaarskring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kun·ste·naars·kring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstenaarskring kunstenaarskringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kunstenaarskringm

  1. groep kunstenaars die contact met elkaar hebben
     Dat was in 1912 toen hij in Engeland woonde en in een kunstenaarskring verkeerde die later de Bloomsburygroep genoemd zou worden, hoewel niemand van de groep in die tijd beroemd was, de gelukkigste tijd van zijn leven.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535