kunstenaarschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kun·ste·naar·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstenaarschap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kunstenaarschap o [1]

  1. het maker van kunst zijn
     Het interview - en het begeleidende artikel waarin zijn kunstenaarschap werd besproken - stond in de bijlage Amusement...[2]
     Nu kreeg Blom tijdens de openbare verdediging van zijn proefschrift de interessante vraag in hoeverre de dikte ervan, 1114 bladzijden, maatgevend is voor het belang van het kunstenaarschap van Jan Wolkers. Blom betoogde: "Ook formaat is een maat. Je kunt met dit boek een ruit van een kruidenierswinkel, of een gereformeerde kerk ingooien. Dat zou Jan Wolkers wel leuk vinden."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 februari 2022 Weblink bron “Het leven van Jan Wolkers in 1100 bladzijden, 'zijn geest leeft voort'” (21-10-2017), NOS