kumme

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • kum·me
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie kumme/vervoeging
onbepaalde
wijs
kumme
verleden
tijd
(er) iss kumme
voltooid
deelwoord
kumme
enkelvoud meervoud
1e persoon ich kumm mir / mer kumme
2e persoon du kummscht dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
kummt
kumme
kumme
kummt
kumme
kumme
3e persoon er kummt sie kumme
sie kummt
es kummt

Werkwoord

kumme

  1. overgankelijk komen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Werkwoord

kumme

  1. voltooid (verleden) deelwoord van kumme

Werkwoord

iss kumme

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kumme
    «Der aerschde Voreldre vun Dwight D. Eisenhower der nooch Amerikaa kumme iss, waar der Hans Nicholas Eisenhauer.»
    De eerste voorouder van Dwight D. Eisenhower, die naar Amerika iss gekomen, was Hans Nicholas Eisenhauer.

sin kumme

  1. derde persoon meervoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kumme