kruisverkoop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kruis·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kruis en verkoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisverkoop | kruisverkopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kruisverkoop m
- (handel) het verkopen van product(en) die het eerst gekozene product zouden aanvullen
- Ik kwam kruisverkoop tegen toen ik een broodje bestelde en de verkoopster vroeg of ik er ook iets te drinken bij wilde
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kruisverkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.