kruisje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kruis·je

Zelfstandig naamwoord

het kruisjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kruis
     Ook al ben ik geen katholiek, toch sla ik vaak een kruisje voor mijn borst.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be