kruipt voorbij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kruipt voor·bij
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbijkruipen |
kruipt (...) voorbij
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijkruipen
- Jij kruipt voorbij.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijkruipen
- Hij kruipt voorbij.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbijkruipen
- Kruipt voorbij!
Gangbaarheid
- Het woord kruipt voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.