kromp
Uiterlijk
- kromp
| vervoeging van |
|---|
| krimpen |
kromp
- enkelvoud verleden tijd van krimpen
- Ik kromp.
- Jij kromp.
- Hij, zij, het kromp.
- Ik kromp.
- Het woord kromp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kromp" herkend door:
| 87 % | van de Nederlanders; |
| 76 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be