krijt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krijt
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘strijdperk’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- [A] van Middelnederlands crijt dat via het Volkslatijnse *crẹta is ontleend aan Latijn creta "krijt"[2][3]
- [3] in 1822 door de Belgische geoloog J. d'Omalius d'Halloy als naam gebruikt voor het tijdperk waarin de krijtafzettingen zijn ontstaan[4]
- [B] van Middelnederlands crijt, cognaat met Duits Kreis[5][6]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krijt | |
verkleinwoord | krijtje | krijtjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] krijt o
- wit mineraal dat uit calciumcarbonaat bestaat
- De kliffen van Dover bestaan uit krijt.
- schrijfmateriaal uit dat materiaal vervaardigd
- Hij schreef met krijt op het schoolbord.
- (geologie) geologisch tijdperk, derde en laatste periode van het era mesozoïcum, van 145 tot 66 miljoen jaar geleden
- Uit het vroegste krijt stammen de fossielen uit het wealden met als fraaiste de boomvaren Tempskia. [7]
- voorwerp dat wordt gebruikt in de biljartsport om de top van de keu minder glad te maken
- De biljarter krijt zijn keu alvorens de biljartbal te stoten.
Schrijfwijzen
- 3. Vóór 2006 was de spelling voor het geologisch tijdperk Krijt. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: Bij iemand in het krijt staan
Bij iemand schulden hebben
- [2]: Dat mag met een krijtje aan de balk.
Dat is iets bijzonders.
- [2]: Met dubbel krijt schrijven
Te veel berekenen
Hyperoniemen
- [3] periode (geologie)
- [3] mesozoïcum
Hyponiemen
[1],[2],[4]
[3] geologisch tijdperk
Verwante begrippen
[3] geologisch tijdperk
Afgeleide begrippen
[3] geologisch tijdperk
Vertalingen
1. wit mineraal dat uit calciumcarbonaat bestaat
2. schrijfmateriaal uit dat materiaal vervaardigd
3. een periode die deel uitmaakt van het mesozoïcum
4. voorwerp dat wordt gebruikt in de biljartsport om de top van de keu minder glad te maken
bij iemand in het krijt staan
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
krijten |
krijt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krijt | krijten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
[B] krijt o
- strijdperk
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: voor iemand in het krijt treden
voor iemand opkomen
Gangbaarheid
- Het woord krijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "krijt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "krijt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ krijt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Wiegers, H."Ontstaan en ontwikkeling van de geologische tijdtafel" in Radix (1 April 1977) op website: digibron.nl; p. 68 en 69; geraadpleegd 2016-01-27
- ↑ krijt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Dreef, J.Oostelijk Grind: gesteenten en fossielen. (2 oktober 2015) op website: http://ngvafdwestfriesland.blogspot.nl; geraadpleegd 2016-01-30
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %