krijgsgod

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krijgs·god
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijgsgod krijgsgoden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de krijgsgodm

  1. god van de oorlog
    • De oorlogen van een Indische krijgsgod bestaat uit twee delen: een fragmentarische, op archiefonderzoek en gesprekken met familieleden en historici gebaseerde biografie van Grondijs en een selectie uit vier van zijn oorlogsjourna- listieke boeken. [2] 
    • De strijd tegen het terrorisme is geen godsdienstoorlog. Wie God aanroept in een oorlog maakt van hem een nationale krijgsgod en heeft het, theologisch gezien, over een afgod. Fundamentalistische godsbeelden zijn religieuze hersenschimmen, meent Wil van den Bercken. [3] 
    • Toutatis of Teutatis staat te boek als een wrede krijgsgod. Hij wordt met Mars en Mercurius vergeleken. Van de Romeinse dichter Lucanus, die leefde in de eerste eeuw n.Chr., weten we dat Toutatis mensenoffers eiste: de slachtoffers werden in een kuip met water ondergedompeld tot ze waren verdronken. [4] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Michel Krielaars 30 juni 2006 Soldaat in het ‘goddelijk laboratorium’
  3. NRC Wil van den Bercken 29 september 2001 Godsdienstoorlogen bestaan niet
  4. NRC Ewoud Sanders 4 september 2006 Bij Toutatis!
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be