krijgsgevangene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krijgs·ge·van·ge·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijgsgevangene krijgsgevangenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de krijgsgevangenem

  1. (militair) iemand die gevangen wordt genomen in de context van een gewapend conflict, m.n. een oorlog
    • Als krijgsgevangene werd hij tewerkgesteld bij een boer.[1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Krijgsgevangene in Duitsland., .europeana1914-1918.eu
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be