krieuwelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: krieuwelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- krieu·we·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘krioelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1607 [1]
- afgeleid van krieuwel met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krieuwelen |
krieuwelde |
gekrieuweld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
krieuwelen [3]
- onovergankelijk krioelen
- onovergankelijk jeuken, kriebelen
- onovergankelijk klein, ineengedrongen schrijven
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord krieuwelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "krieuwelen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ krieuwelen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal