Naar inhoud springen

krieuwel

Uit WikiWoordenboek
  • krieu·wel
vervoeging van
krieuwelen

krieuwel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieuwelen
    • Ik krieuwel. 
  2. gebiedende wijs van krieuwelen
    • Krieuwel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieuwelen
    • Krieuwel je? 
21 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be