kriebeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krie·be·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kriebeling kriebelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kriebelingv

  1. vaag jeukend gevoel (ontstaan door emotionele opwinding)
     Ze zou hun gesprekken naar dergelijke onderwerpen leiden voor zolang als nodig was om die kriebeling helemaal weg te krijgen.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)
    “De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein op Wikipedia, ISBN 9789026144929