krevel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kre·vel

Werkwoord

vervoeging van
krevelen

krevel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krevelen
    • Ik krevel. 
  2. gebiedende wijs van krevelen
    • Krevel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krevelen
    • Krevel je? 

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be