kreukelen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kreu·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit kreuken met het achtervoegsel -el, of afgeleid van kreukel met het achtervoegsel -en die werkwoorden in de onbepaalde wijs vormt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kreukelen |
kreukelde |
gekreukeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kreukelen [1]
- ergatief kreukels vormen op een voorheen glad oppervlak
- Haar nieuwe rok kwam gekreukeld uit de valies.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de vorming van kreukels op een voorheen glad oppervlak
Gangbaarheid
- Het woord kreukelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kreukelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %