krasser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Chorthippus parallelus
Uitspraak
Woordafbreking
  • kras·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krasser krassers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de krasserm

  1. (beroep) iemand die krast (lakenkrasser en wolkrasser)
    • Een krasser pluist wol of vlasvezels uit tot een ronde band zg "lont" 
  2. (gereedschap) voorwerp waarmee men kan krassen
  3. (rechtvleugeligen) Chorthippus parallelus op Wikispecies een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae
Hyperoniemen
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

krasser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van kras

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen