kransje

Uit WikiWoordenboek
[2] Een kransje (geschilderd door Wilhelm Schreuer)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krans·je
[2], [3] enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kransje kransjes

Zelfstandig naamwoord

het kransjeo het kransjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krans
  2. dim. tant. bijeenkomst van dames die met elkaar de stand van zaken bespreken
  3. dim. tant.(voeding) kransvormig koekje

Zelfstandig naamwoord

Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be