krabbenzakje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  krabbenzakje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• krab·ben·zak·je

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  krab zn  en  zakje zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	-
verkleinwoord	krabbenzakje	krabbenzakjes

Zelfstandig naamwoord

het krabbenzakje o dim. tant.

1. (kreeftachtigen) Sacculina carcini ; een parasitaire rankpootkreeft uit de familie Sacculinidae, die langs de Belgische en Nederlandse kust vrij algemeen wordt aangetroffen

   • Een krabbenzakje is wel verwant aan een zeepok, maar lijkt er helemaal niet op. Uitwendig er aan de gastheerkrab alleen maar een zakje te zien. 

   ▸ ⧖ Ontaarding door parasitisme vindt men o.a. bij het krabbezakje (Sacculina carcini), een zakvormige kreeft, die leeft op het achterlijf van de strandkrab en deze uitzuigt met wortelachtige draden.

Schrijfwijzen

• krabbezakje (officiële schrijfwijze tot 2006)

Hyperoniemen

• krabbenzakjes, rankpootkreeften, kreeftachtigen

Gangbaarheid

• Het woord 'krabbenzakje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.