krabbelden terug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krab·bel·den te·rug
Woordherkomst en -opbouw
- uit krabbelden (werkwoord) en terug, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugkrabbelen |
krabbelden terug
- meervoud verleden tijd van terugkrabbelen
- Wij krabbelden terug.
- Jullie krabbelden terug.
- Zij krabbelden terug.
- Wij krabbelden terug.
Gangbaarheid
- Het woord krabbelden terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.