kraakbeen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kraakbeen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkraɡben / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkrakben/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkrakben/
Woordafbreking
- kraak·been
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘buigzaam benig weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1494 [1]
- samenstelling van kraak ww en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kraakbeen | kraakbeenderen kraakbenen |
verkleinwoord | kraakbeentje | kraakbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
kraakbeen o
- (biologie) een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter als gevolg van eigenschappen van de extracellulaire matrix
- Kraakbeen bestaat voornamelijk uit collageenvezels in een matrix van chondroitinesulfaat.
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- kraakbeenachtig, kraakbeenbreuk, kraakbeencel, kraakbeenfistel, kraakbeengezwel, kraakbeenkanker, kraakbeenlijm, kraakbeenvis, kraakbeenvlies, kraakbeenweefsel
Vertalingen
1. een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter als gevolg van eigenschappen van de extracellulaire matrix
Gangbaarheid
- Het woord kraakbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kraakbeen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %