koukleum
Uiterlijk
- kou·kleum
- samenstelling van kou en kleum ww [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koukleum | koukleumen |
verkleinwoord | koukleumpje | koukleumpjes |
- (persoon) iemand die het snel koud heeft
- Voor een koukleum met hoogtevrees is Klein Zwitserland in Driebergen het beste alternatief voor het grote Zwitserland. Wij schrijven 6° Celsius op 12 meter boven NAP. Spijtig genoeg is de keuken van hetzelfde (lage) niveau.[2]
- Goed nieuws voor de koukleum: het gewatteerde jack - de puffer coat - is opgeklommen tot modefavoriet. [3]
1. (persoon) iemand die het snel koud heeft
- Het woord koukleum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koukleum" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ koukleum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 11-01-2017
- ↑ Volkskrant Vanessa Oostijen 7 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be