koudjes

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koud·jes
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

koudjes

  1. met weinig emotie
    • Hierocles lachte koudjes, gelukkig om hun ijverzucht. Hij had in Emessa gezien den razend verlangenden hartstocht der verliefde Menigte, als de Hoogepriester van de Zon dànste voor den Zwarten Steen. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. (1905-1906)–Louis Couperus De berg van licht
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be