kouříš

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /koʊ̯r̝iːʃ/
Woordafbreking
  • kou·říš

Werkwoord

kouříš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kouřit