kotsbeu

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kots·beu
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen kotsbeu
verbogen kotsbeue
partitief kotsbeus

Bijvoeglijk naamwoord

kotsbeu

  1. van iets dat je het helemaal niet leuk meer vindt
    • Robyn Davidson is haar stedelijke leven kotsbeu. Ze verlaat haar veilige omgeving van staal en beton en ruilt die in voor zand en verzengende hitte. [1] 
    • ‘Ik ben uit de partij gestapt omdat ik de tegenwerking binnen mijn afdeling kotsbeu was.[2] 
    • ‘Geen restaurants beschikbaar’, of: ‘Onze koeriers zijn té druk bezig’, staat er de laatste weken opvallend vaak te lezen op de website van de razend populaire afhaaldienst Deliveroo. Maar achter de schermen is de crisis door afhakend personeel niet ver weg. ‘De fietsers hebben examens en zijn de idiote en onzekere werkomstandigheden kotsbeu’, zegt vakbondsafgevaardigde Steven Steyaert (ABVV) in Het Nieuwsblad.[3] 
    • Hannah Jordan zal voortaan zonder morren de afwas doen of koffie zetten. De 15-jarige tiener uit North Carolina had via Facebook laten weten dat ze de klusjes en huishoudelijke taken, opgelegd door haar ouders, kotsbeu was.[4] 
    • Volgens Geenstijl was de verslaggever niet aan het uitlokken en stonden demonstranten de cameraploeg op te wachten. 'Dat gepluk aan onze camera zijn we onderhand kotsbeu.'[5] 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen