kostte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kost·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kosten |
kostte
- enkelvoud verleden tijd van kosten
- Ik kostte.
- Jij kostte.
- Hij, zij, het kostte.
- Ik kostte.
- ▸ De tocht helemaal afmaken was volgens Josh een complete lifestyleverandering en kostte te veel tijd.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers