kostprijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kost·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kostprijs kostprijzen
verkleinwoord kostprijsje kostprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de kostprijsm

  1. (bedrijfskunde) (economie) totaal van de uitgaven die een producent doet om een product te maken
  2. (handel) totaal van de uitgaven die een handelaar doet om een product in te kopen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • tegen kostprijs
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be