kortingkaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kor·ting·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van korting en kaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kortingkaart | kortingkaarten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (handel) een kaart die recht geeft op het krijgen van korting op producten of diensten die men koopt bij een bepaald bedrijf
- Later krijgen reizigers met een kortingkaart of abonnement ook de smartphonemogelijkheid. Andere telecomproviders moeten eerst een overeenkomst sluiten met Translink, het bedrijf achter de ov-chipkaart, voordat hun klanten ook ov-chip mobiel kunnen gebruiken.[1]
- Bijna 700.000 studenten hadden in 2012 een ov-kaart. Deze kaart is nu gratis voor studenten, de ov-bedrijven krijgen geld van de overheid. In de politiek wordt momenteel gesproken over afschaffen van de kaart voor studenten, wel zou er dan een kortingkaart komen.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kortingkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.