kortfilm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kort·film
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kortfilm kortfilms
verkleinwoord kortfilmpje kortfilmpjes

Zelfstandig naamwoord

de kortfilmm

  1. (filmkunst) opname van bewegende beelden van een zo beperkte duur dat hier gewoonlijk geen afzonderlijke voorstelling aan gewijd wordt
    • Hij is een regisseur die niet de traditionele weg volgde, van een regieopleiding, langs een kortfilm naar een tv-film, maar wel ervaring heeft als scenarioschrijver en regieassistent bij respectievelijk Tirza en Süskind .  [1]

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen