kortademigheid
Uiterlijk
- Geluid: kortademigheid (hulp, bestand)
- IPA:
- (Nederland) /kɔrtˈadəməxhɛːɪt/
- (Vlaanderen) /kɔrtˈadəməçhɛːt/
- kort·ade·mig·heid
- Afgeleid van kortademig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kortademigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de kortademigheid v
- (medisch) het snel buiten adem zijn en/of het gevoel van benauwdheid
- Vanwege haar claustrofobie krijgt ze kortademigheid in kleine ruimtes.
1. het snel buiten adem zijn en/of het gevoel van benauwdheid
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kortademigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.