kornoelje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kor·noel·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord kornoelje kornoeljes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kornoeljev / m

  1. (plantkunde) Cornus op Wikispecies een geslacht van dertig tot vijftig soorten struikachtige planten en bomen in de kornoeljefamilie (Cornaceae) met vlezige steenvruchten
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen