korist
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | korist | koristen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) zanger in een koor
- ▸ Pieter Jan Leusink dirigeerde een elfkoppig orkest en negen koristen, door als een krankzinnige met zijn armen te maaien en oergeluiden uit te stoten.[2]
- ▸ De onderwijzeres is een voormalige koriste van Elton John en benadrukt dat het voor een jong meisje belangrijk is om 'het wandelen met hakken zo snel mogelijk onder de knie te hebben'.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord korist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "korist" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Kevin van Vliet“ (06/11/2017), HP de Tijd - ↑
Weblink bron
bpr“School biedt tienermeisjes lessen 'lopen met hakken' aan” (12/06/2010), De Standaard - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be