korist

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·rist
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding koor met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord korist koristen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

korist m [1]

  1. (muziek) zanger in een koor
     Pieter Jan Leusink dirigeerde een elfkoppig orkest en negen koristen, door als een krankzinnige met zijn armen te maaien en oergeluiden uit te stoten.[2]
     De onderwijzeres is een voormalige koriste van Elton John en benadrukt dat het voor een jong meisje belangrijk is om 'het wandelen met hakken zo snel mogelijk onder de knie te hebben'.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

24 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Kevin van Vliet
    “ (06/11/2017), HP de Tijd
  3. Bronlink Weblink bron
    bpr
    “School biedt tienermeisjes lessen 'lopen met hakken' aan” (12/06/2010), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be