kopschudden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kopschudden    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkɔpsxʏdə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kop·schud·den

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kop zn  en  schudden ww 

Werkwoord

kopschudden

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
kopschudden
onvolledig

1. ritmisch heen en weer bewegen van het hoofd door een dier

   • Wij zouden sommige honden het liefst een brilletje op zetten. Maar honden snappen dus weer weinig van de neus van mensen. Ja, hij zit erop, maar is idioot klein. En hij dóet haast niets. ,,Die baas van mij, zielig joh, die is geurenblind, zeggen ze weleens kopschuddend tegen elkaar. ,,Hij merkt haast niks van wat er buiten allemaal is gebeurd.  
   • Gerritzen deed ook experimenten in kooien met 20 op elkaar gepakte kippen per vierkante meter, zoals in de bioindustrie. Bij verschillende concentraties kooldioxidegas observeerde hij het gedrag, en mat hij hart- en hersenactiviteit. Daaruit bleek dat bij een concentratie kooldioxide van gemiddeld 17 % in de inademingslucht de hersenactiviteit van de kippen afneemt en ze bewusteloos raken. Voor ze omvielen, hadden ze steeds drie minuten last van kopschudden, zwaar ademhalen en spierkrampen.  
   • Die dieren herkennen elkaar aan kleine kenmerken die alleen bij hun eigen soort voorkomen. Die dus uniek zijn voor dat type dier. Denk aan de geur van de bunzing, het kwaken van de kikker of het rood op de borst van het roodborstje. Bij vissen telt vooral de tekening op de rug: streepjes, vlekjes, in rood, groen of pimpelpaars. En soms gaat het ook om bewegingen: flapperen, dansen of kopschudden.  

Verwante begrippen

• hoofdschudden

Gangbaarheid

• Het woord kopschudden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kopschudden" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.