koppijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kop·pijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koppijn koppijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koppijnv / m

  1. (pejoratief) hele erg hoofdpijn
     Met barstende koppijn werd ik wakker en besloot nog een dag in Tehachapi te blijven.[1]
Synoniemen
  1. hoofdpijn

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be