kopieerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·pi·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kopiëren |
kopieerde
- enkelvoud verleden tijd van kopiëren
- Ik kopieerde.
- Jij kopieerde.
- Hij, zij, het kopieerde.
- Ik kopieerde.
vervoeging van |
---|
kopiëren |
kopieerde