kopieerbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kopieerbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ko·pi·eer·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van kopiëren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kopieerbaar | kopieerbaarder | kopieerbaarst |
verbogen | kopieerbare | kopieerbaardere | kopieerbaarste |
partitief | kopieerbaars | kopieerbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kopieerbaar
- waar een extra, gelijkend exemplaar van gemaakt kan worden
- „De verouderde magneetstriptechnologie stamt uit de jaren zestig”, verklaarde Currence-woordvoeder Bob Goulooze tegenover de zender. „Die strip is gemakkelijk kopieerbaar en daarmee levensgevaarlijk. Criminelen maken valse passen aan en nemen daarmee geld op in het buitenland.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord kopieerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 3 november 2011