koorzang

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Gregoriaans koor
Uitspraak
Woordafbreking
  • koor·zang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koorzang koorzangen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koorzangm

  1. (muziek) het samen zingen van een groep mensen
    • De Sint-Nicolaasbasiliek, tegenover het Centraal Station, lijkt een mooie plek om kerstnacht te vieren. Helaas is de nachtmis al weken uitverkocht, en zonder kaart geen toegang. Dat lijkt streng, maar is nodig om de viering goed te laten verlopen. Mocht u een kaart hebben weten te bemachtigen, dan kunt u een abdijliturgie verwachten met meerstemmige koorzang door het Cappella Nicolai.[2] 
  2. (muziek) de soort muziek die door een koor gezongen wordt
    • Midden in een ruig rockgedeelte met stevige onheilspellende gitaar, stampende drums en dwingende bas gingen hij en zijn bandleden over tot een stripfiguurachtige koorzang: lalalalaaa. Schriefl liet zien dat esthetiek en humor samen kunnen gaan.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool MICHIEL VAN BINSBERGEN 23 DECEMBER 2014 De 10 mooiste kerstvieringen in Amsterdam
  3. Het Parool 13 JULI 2009 Jacksons geest waart rond op North Sea Jazz Jacksons geest waart rond op North Sea Jazz
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be