koorreis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koor·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koorreis koorreizen
verkleinwoord koorreisje koorreisjes

Zelfstandig naamwoord

de koorreisv / m

  1. reis die in het teken staat van koormuziek
     Gera, Wil en Ingrid leerden elkaar kennen op een koorreis van De Twentsche Courant Tubantia naar Halle (Duitsland), waar ze de Händel Festspiele bezochten. Ook zongen ze onder leiding van dirigent Nicolas Mansfield in het project Hallelujah.[1]

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Dolf Ruesink
    “Spektakelconcert Symfonia staat bol van emotie” (07-08-2013), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be