koopmanschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koop·man·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koopmanschap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het koopmanschapo

  1. het koopman zijn; het handeldrijven
     Koning Willem-Alexander heeft iets met Duitsland. Er stroomt veel Duits bloed door zijn aderen. Nederland heeft iets met Duitsland. Het is behalve onze grote buur onze belangrijkste handelspartner. Goed nabuurschap en goed koopmanschap gaan hand in hand.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. koopmanschap op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “Willem-Alexander is 'van Duitsen bloed'” (Zaterdag 16 april 2016), NOS