koopakte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

koopakte
Uitspraak
Woordafbreking
  • koop·ak·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koopakte koopaktes
koopakten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koopaktev / m

  1. officieel document waarin een koop wordt beschreven
    • De aanstaande eigenaar krijgt er de originele koopakte bij, die op naam staat van Michelangelo di Lodovico Buonarroti, ‘geliefd beeldhouwer en inwoner van Florence’.[2] 
    • In café De Brêge in Nij Beets, dorp van veenarbeiders in oostelijk Friesland, hangt een portret van Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Dat moet, het staat in de koopakte. Ook de huidige eigenaar - volgens de Leeuwarder Courant een VVD'er - houdt zich daaraan.[3]  
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 13 november 2015
  3. Volkskrant 13 april 2017