kontortid

Deens

kontortid, g

kantoortijd, kantooruren (de arbeidstijd op een kantoor)
«Du kan godt lejlighedsvist blive pålagt at arbejde uden for normal kontortid.»
Mogelijk moet u af en toe buiten de normale kantooruren werken.
openingstijd (tijdstip waarop een kantoor open is)

kontortid in:
Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	kontortid	m: kontortiden v: kontortida	kontortider	kontortidene
genitief	kontortids	m: kontortidens v: kontortidas	kontortiders	kontortidenes

kontortid, m / v

kantoortijd, kantooruren (de arbeidstijd op een kantoor)
«Etter avtale kan oppdrag leveres til kontoret vårt før eller etter vanlig kontortid.»
Op afspraak kunnen opdrachten voor of na kantooruren bij ons worden afgeleverd.
openingstijd (tijdstip waarop een kantoor open is)
«Vi minner om at vi har kontortid hver onsdag fra 12.00 - 14.00.»
We herinneren eraan dat we elke woensdag van 12:00 tot 14:00 uur kantooruren hebben.