konkelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kon·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling konkelen met het achtervoegsel -aar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | konkelaar | konkelaars |
verkleinwoord | konkelaartje | konkelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- onbetrouwbaar persoon die allerlei duistere en oneerlijke zaakjes regelt
- De Guangming Daily, een krant van de Communistische partij, sprak van een arrogant optreden. Bo zou bovendien een konkelaar zijn, dominant en onbetrouwbaar. Ook andere staatsmedia lieten zich negatief uit. Het Volksdagblad noemde het felle pleidooi van Bo 'zinloze muggenzifterij'. [3]
- Vrijmetselaarsloges worden door buitenstaanders nogal eens aangezien voor konkelaars die stiekem complotten smeden om de macht te grijpen. Het genootschap is dan ook een dankbaar onderwerp voor thrillerauteurs. [4]
Synoniemen
Vertalingen
1. onbetrouwbaar persoon die allerlei duistere en oneerlijke zaakjes regelt
Gangbaarheid
- Het woord 'konkelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "konkelaar" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ konkelaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 23-08-13 Chinese staatsmedia maken Bo Xilai uit voor leugenaar
- ↑ HP de Tijd 06/08 | 2010 Schaduwmacht?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be